1 juli 2017

 

Per 1 juli 2017 heeft Nederland 14 nieuwe verkeersborden, geeft het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer de politie bevoegdheid tot het afnemen van een speekseltest en is een bromfietskenteken verplicht voor speed-pedelecs. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen die zijn doorgevoerd in de verkeerskundige wet- en regelgeving. Hieronder een selectie van de belangrijkste veranderingen per 1 juli 2017.

 


Overgansregeling

Voor verkeersborden waarvoor het besluit tot plaatsing is genomen vóór de inwerkingtreding van deze regeling blijven, behoudens op na dat tijdstip genomen nadere besluiten over die plaatsing, tot 1 juli 2018 de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens van toepassing, zoals deze luidden op de dag vóór de inwerkingtreding van deze regeling.


Deze overgangsregeling betekent dat nog een jaar na inwerkingtreding van deze regeling de oude tekst van de Uitvoeringsvoorschriften van toepassing blijft, als geen nadere acties plaatsvinden door het bevoegd gezag. Er is dus geen sprake van afwijking van de Uitvoeringsvoorschriften, indien het bevoegd gezag niet onmiddellijk na inwerkingtreding van deze regeling bebording aanpast (of geen belijning van parkeervakken aanbrengt in geval van de mogelijkheid van gedeeltelijk parkeren op het trottoir).

 

14 nieuwe verkeersborden

In bijlage I van het RVV 1990 zijn vanaf 1 juli 2017 in alfabetische en numerieke volgorde 14 nieuwe verkeersborden ingevoegd met bijbehorende omschrijving.


Toelichting

Met deze wijzigingen in bijlage I van het RVV 1990 worden op voorstel van de normcommissie verkeerstekens van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) een aantal nieuwe verkeersborden ingevoegd die vooral bijdragen aan de duidelijkheid in het verkeer in een aantal situaties.


Het betreft in de eerste plaats de mogelijkheid tram- of busbanen of -stroken en de combinatie daarvan aan te geven via borden met de vorm van gebodsborden in plaats van, zoals nu de praktijk is, via algemene verbodsborden met daarbij op een onderbord de uitzondering voor genoemde categorieën. Dezelfde verandering geldt voor het aangeven van de rijbaan of rijstrook die uitsluitend bestemd is voor lijnbussen en vrachtauto’s of uitsluitend voor vrachtauto’s. Het betreft hier de nieuwe borden F13 tot en met F22. De borden hebben tot gevolg dat andere weggebruikers de doelgroepstrook niet mogen gebruiken, maar de omschrijving van de werking is tevens zodanig dat verplicht gebruik door de doelgroep niet aan de orde is. De gevolgen van de nieuwe borden zijn in dat opzicht niet anders dan al bekend was van de verbodsconstructie.


In de tweede plaats was eenduidigheid in de bebording gewenst voor passeerstroken, waarin landbouwvoertuigen rijden of even stilstaan om het andere verkeer de gelegenheid te bieden sneller te kunnen doorrijden. De wijziging brengt door een nieuw verkeersbord in de vorm van gebodsbord F11 deze eenduidigheid. Grote voordelen van ondersteuning van deze verkeersmaatregel vanuit het RVV 1990 zijn bovendien dat er door plaatsing van het nieuwe bord een verplichting ontstaat voor bestuurders van landbouwvoertuigen om de passeerstroken werkelijk te gebruiken en dat de stroken niet meer kunnen worden gebruikt door overig verkeer als oneigenlijke parkeerplaats.


Ten slotte wordt een nieuw informatief verkeersbord ingevoerd om een uitwijkplaats op smalle wegen mee te kunnen aangeven. Dit is wenselijk, omdat er een duidelijke behoefte is gebleken om weggebruikers in dit soort gevaarlijke situaties te helpen. Daarom zijn in de praktijk in dit soort situaties inmiddels veel verschillende door wegbeheerders zelf bedachte borden geplaatst. Die veelvormigheid in borden doet enigszins afbreuk aan de duidelijkheid die juist het belangrijkste motief is om dit soort borden te plaatsen, dus er is voldoende motief om nu een standaardmodel aan te bieden. De nieuwe borden, het zijn er twee om uitwijkplaatsen aan beide zijden van de weg helder te kunnen aanduiden, hebben de nummers L20 en L21 gekregen.

Vanuit het ministerie zal tijdig voorlichting worden verstrekt gericht op weggebruikers en leveranciers van leermiddelen voor de verkeerstheorie, met als doel deze te wijzen op de nieuwe verkeersborden en de betekenis daarvan.


Geregistreerde bezoekers kunnen hierover een filmpje met de uitleg van alle nieuwe borden bekijken in onze mediatheek.


Enkele kritische kanttekeningen bij de invoering van deze borden zijn door ons op 21 oktober 2014 geplaatst in een weblog.

 

Snelheden geleidelijk verlagen

Hoofdstuk II, paragraaf 4, Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeetrstekens wordt gewijzigd als volgt:

  1. Aan het onderdeel Bord A1 (maximumsnelheid), onder Toepassing, wordt een onderdeel 5 toegevoegd, luidende:

5. Het bord wordt niet toegepast:

a. indien dit tot gevolg heeft dat de maximumsnelheid vanaf het passeren van het bord meer dan 30 km/h lager is dan voor het passeren van het bord;

b. na een ander bord A1 dat een hogere maximumsnelheid aangeeft dan het nieuwe bord, indien dat volgende bord op een kortere afstand zou staan van het vorige bord dan de afstand die redelijkerwijs nodig kan zijn voor feitelijke aanpassing van de snelheid aan de maximumsnelheid die dat volgende bord aangeeft.


Toelichting

Onderdeel 1 regelt dat het plaatsen van verkeersbord A1, dat een maximumsnelheid aangeeft, niet tot gevolg mag hebben dat een bestuurder binnen een erg korte afstand de snelheid van zijn voertuig scherp moet verlagen. De verkeersveiligheid is er het meest mee gediend als snelheidsverlagingen geleidelijk kunnen plaatsvinden en dus in ieder geval niet op geforceerde wijze.

 

Parkeren op het trottoir

Aan hoofdstuk II, paragraaf 1, Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens wordt een onderdeel 5 toegevoegd, luidende:

  1. Borden uit hoofdstuk E, van bijlage 1 van het RVV 1990, die een parkeergelegenheid aangeven, worden, indien zij, al dan niet door middel van de toepassing van onderborden, zijn voorzien van aanduidingen dat gedeeltelijk op het trottoir of het voetpad parkeren is toegestaan, slechts toegepast, indien door met belijning gemarkeerde parkeervakken is aangegeven hoe het parkeren dient plaats te vinden.


Toelichting

Dit onderdeel heeft tot doel een einde te maken aan de verwarring over de juiste wijze van parkeren, in die gevallen dat op verkeersborden of onderborden is aangegeven dat gedeeltelijk op het trottoir of voetpad mag worden geparkeerd. Niet duidelijk was hoever een voertuig op het trottoir mag staan, en of het ook was toegestaan bij het parkeren geen gebruik te maken van het trottoir. Het bevoegd gezag zal de wijze van parkeren, als de hier bedoelde vorm van bebording wordt gebruikt, voortaan met een belijning in de vorm van een parkeervak moeten aangeven.

 

Speekseltest bij verkeerscontroles

Om drugsgebruik in het verkeer aan te tonen, mag de politie vanaf 1 juli 2017 speekseltesten afnemen bij verkeerscontroles, in aanvulling op de al bestaande bloedcontrole. De politie zal de speekseltester inzetten als er aanwijzingen zijn dat een automobilist drugs heeft gebruikt; bijvoorbeeld door bijzonder rijgedrag, vermoedens bij een standaard verkeerscontrole (zoals verwijde pupillen en overmatig zweten) of het wegrijden na het bezoek aan een coffeeshop in combinatie met andere indicatoren.


Aanscherping Wegenverkeerswet

De Wegenverkeerswet is met een Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer van 14 december 2016 door het Miniserie van Veiligheid en Justitie aangescherpt op het gebruik van tien aangewezen drugs om de verkeersveiligheid te verbeteren en het aantal verkeersslachtoffers te verminderen. Afhankelijk van de werkzame stof hebben drugs in verschillende mate een negatieve invloed op de rijvaardigheid van de bestuurder. Drugs kunnen bijvoorbeeld leiden tot overmoedig rijgedrag, maar ook versuffen of slaperig maken. Gebruik van verschillende drugs of de combinatie van drugs met alcohol leidt tot een nog hoger risico op ernstige verkeersongevallen.


De test zou eerst al op 1 juli 2015 in gebruik genomen worden, maar dit werd twee keer uitgesteld omdat de wetgeving niet rondkwam.


Limieten voor drugsgebruik in het verkeer

Vanaf 1 juli 2017 zijn er wettelijke limieten voor drugsgebruik in het verkeer. Heeft u meer drugs gebruikt dan de limiet toestaat? Dan mag u niet rijden. Doet u dit wel, dan bent u strafbaar.


De limieten gelden voor amfetamine, methamfetamine, cocaïne, MDMA, MDEA, MDA, cannabis, heroïne, morfine, GHB, gamma butyro-lacton, 1,4-butaandiol.


Voor overige drugs blijft in het algemeen gelden dat u niet mag rijden als u onder invloed bent van drugs. Dat geldt ook voor het rijden onder invloed van geneesmiddelen die de rijvaardigheid beïnvloeden.


Nullimieten voor combinatie van drugs of drugs en alcohol

Het gebruik van een combinatie van drugs, of van drugs en alcohol, vergroot de kans op een verkeersongeval. Hiervoor gaan daarom nullimieten gelden. Dit betekent dat u niet mag rijden als u verschillende drugs of drugs en alcohol heeft gebruikt, ongeacht de gebruikte hoeveelheid. Doet u dit wel, dan bent u strafbaar.


Geen uitzondering bij medicinaal gebruik

Net als nu al het geval is, geldt er na 1 juli geen uitzondering voor bestuurders die drugs medicinaal gebruiken. Ook niet als zij bij staande houding aan de politie een medische verklaring kunnen overleggen.


Succes in België

In België wordt de speekseltest al sinds 2010 ingezet bij verkeerscontroles. In zeven jaar tijd heeft het daar geleid tot twee keer zo veel aanhoudingen van automobilisten, die onder invloed waren van drugs.


Controle drugsgebruik

Er zijn bij het aanhouden van een bestuurder 2 manieren om te controleren op drugsgebruik: een speekseltest en/of een onderzoek van de psychomotorische functies en de oog- en spraakfuncties.


Speekseltest

Speekseltest>Met een speekseltest is vanaf 1 juli snel en eenvoudig te zien of er een of meer aangewezen drugs zijn gebruikt. Politieagenten kunnen weggebruikers verplichten mee te werken aan het afnemen van speeksel. De agent mag met een wattenstaafje speeksel uit de mondholte van de bestuurder schrapen, wanneer er het vermoeden is dat er drugs in het spel is. Na een paar minuten geeft een speciaal toestel aan of er drugs is gebruikt en welke drugs dat dan is. De speekseltest kan cocaïne, opiaten, marihuana en methamfetamines herkennen.


Geen twijfel mogelijk

THC, de werkzame stof in cannabis, kan na enkele dagen nog steeds in het speeksel worden aangetroffen. Daarom is het soms moeilijk vast te stellen of de bestuurder op het testmoment zelf onder invloed is.

Als uit de test blijkt dat iemand drugs heeft gebruikt, wordt daarom een vervolgonderzoek ingesteld. Een arts of verpleegkundige neemt hiervoor bloed af en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) analyseert bloedmonsters op het type drugs en de hoeveelheid drugs. Na 2 weken volgt de uitslag van deze bloedtest. De uitslag van het bloedonderzoek geldt als bewijsmiddel.


Bent u het niet eens met de uitslag van het onderzoek? Dan mag u een zogenaamd

tegenonderzoek laten uitvoeren.


Boete of straf voor rijden onder invloed van drugs

Het Openbaar Ministerie (OM) kan u een boete en/of gevangenisstraf geven als u rijdt onder invloed van drugs en/of medicijnen. Ook kan de rechter de rijbevoegdheid voor maximaal 5 jaar ontzeggen. Daarnaast kan de politie verdachten bij het CBR melden. Er kan dan onderzoek naar de afhankelijkheid van drugsgebruik worden gedaan. Tijdens dit onderzoek is het rijbewijs tijdelijk ongeldig. Het rijbewijs wordt van rechtswege ongeldig als bestuurders binnen 5 jaar 2 keer worden veroordeeld voor rijden onder invloed van drugs of drugs met alcohol. Zij moeten dan opnieuw rijexamen doen.

 

Speed-pedelec heeft een kenteken

Per 1 juli moeten alle speed-pedelecs een bromfietskenteken hebben (geel kentekenplaatje). Voor speed-pedelecs gelden dan dezelfde regels als voor bromfietsen. Ze mogen buiten de bebouwde kom maximaal 45 km/u en binnen de bebouwde kom op het bromfietspad maximaal 30 km/u. Is er geen bromfietspad, dan rijden speed-pedelecs op de rijbaan.


Voor verdere regelgeving voor speed-pedelecs lees je onze bijdage op de webpagina van 1 januari 2017.